Bij een carpal boss is er een extra bot aangroei aan de bovenzijde van de pols ter hoogte van het gewricht tussen de tweede en derde metacarpaal en de middenhandsbeentjes.
Meestal zijn er geen klachten. Soms klikken de strekpezen over de botaanwas soms is er een ontsteking in het onderliggende gewricht. De klachten zijn meestal belasting gebonden. De zwelling aan de bovenzijde van de pols is harder dan een polscyste.
Een carpal boss is in de eerste plaats een klinische diagnose die bevestigd kan worden op een CT-scan.
De behandeling omvat in de eerste plaats rust het dragen van een brace en eventueel innemen van ontstekingsremmers. Als dit niet voldoende blijkt te zijn en de last is te invaliderend kan een operatie een oplossing zijn. Hierbij wordt het extra botweefsel verwijderd tot er enkel gezond bot en kraakbeen overblijft. Deze ingreep gebeurt onder plexus verdoving via het chirurgisch dagziekenhuis.
Na de operatie krijgt u een onderarmgips voor een periode van twee weken. Nadien kan nog een brace gedragen worden indien dit nodig is. Na twee weken mag gestart worden met mobiliseren van de pols. Belasting van de pols is opnieuw toegelaten na 6 weken. Soms is kinesitherapie nodig.