Elleboogartrose is slijtage van het gewrichtskraakbeen van de elleboog. Het gewrichtskraakbeen heeft een glijdende en schok dempende functie. Door verlies van kraakbeen ontstaat er abnormale wrijving en belasting van het onderliggende bot. Er ontstaat een ontsteking wat zich kan uiten als een vochtuitstorting in het gewricht. Er kunnen ook osteofyten (botaangroei of papegaaibekken) ontstaan of er kunnen stukjes afbreken en losliggen in het gewricht (gewrichtsmuizen).
Artrose presenteert zich met pijn, zwelling en verstijving van het gewricht. De pijn is vaak belasting gebonden maar kan ook nachtelijke pijn geven in verder gevorderde stadia.
Een klassieke radiografie toont een vernauwing van de gewrichtsspleet. Een arthro-CT kan de lokale kraakbeenslijtage aantonen en eventueel losliggende gewrichtsmuizen.
Een klassieke radiografie toont een vernauwing van de gewrichtsspleet. Een arthro-CT kan de lokale kraakbeenslijtage aantonen en eventueel losliggende gewrichtsmuizen.
Afhankelijk van de behandeling zal een korte immobilisatie van de elleboog plaatsvinden. Nadien mag er progressief gemobiliseerd worden. Vaak gebeurt dit onder begeleiding van een kinesist. De totale revalidatie bedraagt meestal 3 tot 6 maanden. De kans op succes na een elleboogprothese is groot, zeker wat pijnverlichting betreft. De beweging verbetert meestal ook, maar in mindere mate. Mogelijke complicaties zoals infectie, wondproblemen, complicatie door de verdoving kunnen voorkomen. Bij elke operatie rond de elleboog bestaat er steeds een kans op een tijdelijk of soms definitief zenuwletsel. Een elleboogprothese zal over verloop van tijd ook verslijten. De gemiddelde levensduur van de prothese is ongeveer 15 jaar.